September 2023
De Hoge Feestdagen: Rosj Hasjana (Joods nieuwjaar) en Jom Kipoer (Grote Verzoendag), staan bijna voor de deur. Op de redactie bij Freyda horen wij regelmatig geluiden van Joodse jongeren dat zij de Joodse feestdagen op een bepaalde manier kenbaar maken bij hun werk. Voor sommigen gaat dit makkelijk, anderen zijn telkens op zoek naar hoe zij dit moeten doen (*Freyda heeft deze gelegenheid gepakt om jullie te voorzien in een kort en bondig stuk tekst over de Hoge Feestdagen die je in jouw organisatie rond zou kunnen sturen. Deze vind je helemaal onderaan).
In dit artikel lees je hoe enkele Joodse-Nederlanders dit aanpakken en wat hun ervaringen zijn. Jelle (35 jaar uit Amsterdam), Vivian (37 jaar uit Overveen), Esther (54 jaar uit Zeist) en Keren (37 jaar uit Amsterdam) nemen je mee.
Het kenbaar maken van jouw Joods zijn doet iedereen op zijn eigen manier, de een is opener dan de ander. Dit is ook ieder zijn goed recht. Maar stel, je viert Rosj Hasjana en wil graag dat jouw collega’s weten dat jij dit viert, maar misschien nog wel belangrijker, wat het inhoudt. Hoe pak je zoiets dan aan?
Jelle, Vivian en Esther zijn het met elkaar eens: zij vinden het belangrijk dat collega’s weten wat de Joodse feestdagen inhouden. Jelle vindt het bijvoorbeeld van belang om zichtbaar zichzelf te kunnen zijn op z’n werk. Hij zou niet ergens willen werken als hij zijn identiteit moet “verbergen of afzwakken”. En Vivian geeft op haar beurt wee aan dat zij het waardeert als haar collega’s haar een fijne Chanoeka wensen in plaats van een fijne kerst.
In tegenstelling tot de andere drie zegt Keren dat het haar niet zoveel uitmaakt of haar collega’s weten dat zij de Joodse feestdagen viert. Zo vertelt ze: “Ze weten het wel omdat ik het benoem, maar ik ben met Rosj Hasjana vaak in Israël dus heb ik gewoon vakantie”.
Zichtbaar jezelf kunnen zijn op werk
Voor niet-Joodse collega’s is het soms lastig om de Joodse feestdagen te begrijpen. Zowel Jelle en Vivian als Esther en Keren verwachten niet dat collega’s in detail de inhoud van Joodse feestdagen kennen. Zo grapte Esther “Nou.. wat ze precies allemaal inhouden blijft voor mezelf ook een zoektocht, daarom lijkt het mij ook wat veel gevraagd. Zo vergeet ik zelf ook wat Pinksteren is bijvoorbeeld. Wat ik vooral belangrijk vind is dat de mensen om mij heen er iets over horen en weten dat er meer kalenders bestaan dan ‘DE’ kalender.”.
Maar de vraag blijft natuurlijk, hoe informeer jij nou jouw collega’s en werkgever over de Joodse feestdagen? Keren en Vivian doen dit door eten mee te nemen (dichter bij de Joodse cultuur kan je eigenlijk niet komen) wat bij die feestdag hoort. Vivian legt vervolgens dan bepaalde gewoontes nog extra uit. Haar collega’s reageren hier goed op, wel is de een meer geïnteresseerd dan de ander.
Jelle en Esther pakken dit op een andere manier aan. Zo maakte Jelle als eerste de Joodse feestdagen bespreekbaar bij HR. Daarna ging hij in gesprek met zijn manager en een Diversiteit & Inclusie (D&I) medewerker om te bespreken of hij misschien vrij kon krijgen. Volgens Jelle reageerde de D&I medewerker goed op zijn verzoek. Er is meteen werk van gemaakt, maar vanuit HR en zijn leidinggevende bleek het toch ingewikkeld “om een sluitend antwoord te krijgen op de vraag of hij vrij kon krijgen”. Dus “je wilt acht dagen vrij”, zei zijn manager geschrokken nadat deze wat research had gedaan naar de Joodse feestdagen. Uiteindelijk is besloten dat hij een andere collectieve vrije dag mocht inruilen voor een Joodse feestdag.
Voor Esther gaat het vooral om de dialoog en kennisverspreiding. Zo benoemt zij regelmatig de tradities rondom sjabbat en de Hoge Feestdagen, maar ook vertelt zij op een rustig moment over de kaarsjes en het wonder rondom Chanoeka en waarom zij geen kerstboom in huis heeft. Zij voegt hieraan toe: “Ik merk dat ik iedere keer wat meer ga vertellen, vooral als mijn collega’s erin geïnteresseerd zijn”. Ook haalde zij een interessant voorbeeld aan waarbij “één collega echt verbaasd was dat er een andere kalender is”. Dit maakte die collega ineens extreem geïnteresseerd en nieuwsgierig in de Joodse feestdagen.
Neem eten mee wat bij een feestdag hoort
Over de vraag of het management en de HR-afdeling zelf de Joodse feestdagen onder de aandacht moeten brengen waren de antwoorden uiteenlopend. Zo zei Keren dat als de islamitische feestdagen onder de aandacht worden gebracht, dat dit ook met de Joodse feestdagen moet gebeuren. Hier vult Vivian de christelijke, Hindoestaanse etc. feestdagen nog aan. Verder is Jelle van mening dat een HR-afdeling zich bewust moet zijn dat sommige werknemers andere feestdagen vieren dan bijvoorbeeld kerst. Terwijl Esther het fijn zou vinden als collega’s wat (meer) kennis hebben van elkaars feestdagen.
Keren stelt voor dat werkgevers een informatief bericht moeten plaatsen op het intranet, terwijl zowel Vivian als Esther voorstander ervan zijn om proactief werknemers aan het woord te laten die andere feesten vieren. Daarnaast denkt Esther dat het een goed idee is om een gemeenschappelijke kalender te maken zodat iedereen kan zien welke dag er een feestdag is. Op die manier kan iemand makkelijker bespreekbaar maken als die persoon vrij wil. Jelle denkt juist dat het cao moet worden aangepast zodat werknemers vrije dagen kunnen opnemen voor religieuze/culturele feestdagen.
Jelle adviseert de Freyda-lezer om de feestdagen bespreekbaar te maken met je werkgever. Hij gelooft dat verandering vaak van onderaf moet komen en pas gebeurt als mensen hun wensen gaan uitspreken. Esther daarentegen vindt dat je het “klein, speels en lekker” moet houden als je dit bespreken op jouw werk. Zij raadt iedereen aan om eten mee te nemen, want “wie houdt er nou niet van appeltjes met honing”. Op deze manier kan iedereen zien hoe het Joodse leven wordt gevierd en wat voor mooie filosofie en verhalen het in zich draagt. Keren en Vivian raden ook aan om eten mee te nemen. Eten is namelijk een goede gespreksopener. Als je inderdaad gaat uitleggen wat een feestdag inhoudt en hoe het beleefd wordt, praat dan wel altijd in de ‘ik’ vorm, vindt Vivian.
In dit artikel hebben wij vier Joodse-Nederlanders aan het woord gelaten. Wij hebben hun perspectieven mogen lezen en ervaren hoe zij omgaan met hun Joodse identiteit in hun niet-Joodse werkomgeving. Wij hopen dat jullie nuttige tips uit dit artikel halen. Op de redactie van Freyda zoeken wij nog een columnist(e)! Ben jij geïnteresseerd? Stuur dan een mailtje naar info@freyda.nl.
Hou het klein, speels en lekker
*De Hoge Feestdagen Rosj Hasjana en Jom Kipoer worden door veel mensen gezien als de belangrijkste Joodse feestdagen van het jaar. Deze hele periode staat in het teken van terugblikken op het oude, en vooruitkijken naar het nieuwe jaar. Tijdens Rosj Hasjana eten we allerlei zoete en ronde dingen, rond omdat het de cyclus van het jaar symboliseert en zoet omdat we hopen dat het nieuwe jaar goed en zoet wordt. Het meest bekende voorbeeld zijn appels met honing. En je kan er maar beter van genieten, want tien dagen later tijdens Jom Kipoer eten we helemaal niks. Het is een vastendag van ruim 24 uur waarbij wordt teruggekeken op de fouten van het afgelopen jaar en waar mensen vergeving vragen, ook vooral aan elkaar. Veel Joden, ook wanneer ze normaal niet echt religieus zijn, bezoeken tijdens Jom Kipoer de synagoge terwijl ze dat de rest van het jaar niet doen. Dit jaar begint Rosj Hasjana op de avond van 15 september met zonsondergang en eindigt het op 17 september met zonsondergang en duurt dus twee dagen. Jom Kipoer duurt maar één dag en is tien dagen later, van de zonsondergang op 24 tot zonsondergang op 25 september.