Mei 2022
Dit gedichtje kwam spontaan in me op tijdens die twee minuten dit jaar. Geïnspireerd op de woorden die gezegd worden na het kaddisj en ook op een gedichtje van Ida Vos die ik heb gelezen (en mooi overgeschreven en geïllustreerd) toen ik zelf nog op de basisschool zat.
Tijdens de aardrijkskundeles, denk ik aan hen
Tijdens een bezoek aan de kinderboerderij, denk ik aan hen
Tijdens het boodschappen doen, denk ik aan hen
Tijdens een boswandeling, denk in aan hen
Tijdens het bekijken van kunst, denk ik aan hen
Tijdens die twee minuten, denk ik dat ik aan hen moet denken
Tijdens die twee minuten, denk ik aan de vogels op dat monument
Tijdens die twee minuten, denk ik aan dingen die ik nog moet doen
Tijdens die twee minuten, denk ik aan het tasje van de koningin
Tijdens die twee minuten, denk ik dat mijn kinderen dit niet hoeven weten
Zij had een onvoldoende voor aardrijkskunde die laatste dag, maar wist een week later precies waar Treblinka lag. Héél even maar.
We waren dit jaar tijdens 4 en 5 mei op vakantie met mijn ouders. Van tevoren luisterden we de podcast ‘Op houten banden’. Ik hield tijdens die twee minuten goed in de gaten of mijn kinderen wel rustig en respectvol genoeg waren en niet te verdrietig. En hoe het met mijn ouders ging. Van echt herdenken kwam het niet. Maar dat heb ik eigenlijk altijd. Tijdens die twee minuten stilte lukt het gewoon niet. Terwijl ik in het dagelijks leven zo vaak aan de oorlog denk. Te vaak.
Kinderen, vooral Joodse kinderen, opvoeden met het besef van de Holocaust is zo moeilijk. Wat is de goede manier? Ik was als kind veel bezig met de oorlog. Mijn ouders vertelden vroeger wel dingen over de oorlog, maar niet overmatig veel. Hun ouders vertelden juist bijna niks. Ik was wel heel geïnteresseerd, stelde veel vragen en las er ook boeken over. In mijn herinnering ging het tijdens de geschiedenislessen op de basisschool al die jaren nergens anders over.
Ik sprak met vriendinnetjes af bij wie we konden onderduiken als het weer nodig zou zijn. En ook nu is het een onderwerp wat nooit ver weg is. Toen ik vorig jaar naar het nieuwe huis van vrienden kwam kijken schoten ook de woorden ‘goede plek om onder te duiken’ door mijn hoofd toen ik een grote, verborgen ruimte op zolder zag.
Goede plek om onder te duiken” ging door mijn hoofd
Toen mijn oudste zoon geboren was kon ik opeens geen nieuws meer verdragen. En ook geen films over de oorlog. Ik wilde niet dat hij er als baby al onbewust dingen over zou horen. Ook niet over oorlogen van nu. Toen hij wat ouder werd en we naar het Joods Historisch Museum gingen sloegen wij de onderdelen die over de oorlog gingen altijd over. Zo ook in het Spoorwegmuseum en Aviodrome.
Maar dat is natuurlijk niet vol te houden. Op een gegeven moment ging het er op school over. Hij zat toen in groep 6 van de basisschool. Dat dit onderwerp op de planning stond wist ik van tevoren en toen hebben we het er, zo luchtig mogelijk, over gehad. Echt als geschiedenis, zonder onze hele familiegeschiedenis. En ik vroeg aan zijn meester om hem tijdens het bespreken geen extra aandacht te geven. Want dat gevoel kende ik nog, als enige Jood in de klas. Elke keer als het over de oorlog ging keek iedereen naar mij.
Sinds een paar jaar staan hij en zijn broertje tijdens de Dodenherdenking altijd bij een monument met hun vrienden van de scouting. Dan horen ze natuurlijk ook allerlei verhalen. Dat vond ik de eerste keer ook lastig. Ik wil vooral niet dat ze zich onveilig gaan voelen. Maar ze gaan er goed mee om. Ook tijdens het Joodse onderwijs wat ze volgen komt de oorlog regelmatig ter sprake.
Dus, ondertussen is het al jaren geen taboe meer. Vooral mijn jongste zoon was zich er al op jongere leeftijd bewust van, omdat hij alles meekrijgt van z’n broers. Wel blijft het beladen. We keken met zijn allen de serie ‘Het verhaal van Nederland’, maar voor de aflevering over de Tweede Wereldoorlog zijn we gestopt. Ook de serie ‘13 in de Oorlog’ is iets waarvan ik denk dat het goed en leerzaam is om samen te kijken, maar ik kijk er tegen op. Ik heb gewoon geen zin om ze verdrietig te maken.
Wat is een goede balans? Ik wil graag dat voor hun de oorlog niet het belangrijkste deel wordt van hun Joodse identiteit. Er is zo veel meer. Maar zoals ik al schreef, de oorlog is nooit ver weg.
Ik heb gelezen dat er veel docenten zijn die liever geen lesgeven over de oorlog. Dat snap ik wel, maar ik ben niet van plan om met mijn toekomstige leerlingen het onderwerp uit de weg te gaan. Hopelijk krijgen we op de PABO nog tips over hoe we om kunnen gaan met alle verschillende reacties van kinderen die we kunnen verwachten.
Yael (1982) is edelsmid, was hoofdredacteur bij stichting Melkpunt en is sinds kort begonnen met de PABO opleiding. Yael heeft met haar partner drie kinderen en zal als Freyda-columniste met name schrijven over Joods opvoeden.