Veel Joden zijn niet bijster religieus, maar gaan toch graag naar sjoel (synagoge). Wat brengt dit hen als dit geen religieuze verplichting of spirituele behoefte is?
Zelf leef ik sinds mijn studententijd niet meer vroom, maar als ik te lang niet naar sjoel ga begint het te kriebelen… dan klopt er iets niet en wil ik weer even gaan. We zijn misschien gewend te denken dat je naar de moskee, kerk of sjoel gaat omdat je gelovig of religieus bent, maar volgens mij spelen, zeker in de Joodse gemeenschap, ook veel andere motivaties een rol. In deze column doe ik een poging mijn eigen redenen uiteen te zetten.
Laat ik eerst uiteenzetten welke motivatie bij mij niet speelt. Ik ga tegenwoordig niet naar sjoel om spirituele redenen. Vroeger was dit wel zo. Ik was een oprecht gelovige tiener, maar rond het begin van mijn studententijd is dit verandert. Gelukkig ben ik niet elke vorm van spiritualiteit verloren, maar tegenwoordig vind ik dit eerder als ik onder de indruk ben van de natuur, bij het bestuderen van mooie tekst of als ik in een lastige situatie zit. Gemeenschappelijk aan deze ervaringen is dat ik vaak alleen ben én in stilte. Bijna het omgekeerde van de gezellige kakafonie die de synagoge vaak is.
Ik ga tegenwoordig niet naar sjoel om spirituele redenen
Wat trekt mij elke paar weken dan wel naar de dienst? In sjoel ervaar ik een bepaalde vertrouwdheid die ik op anderen plekken zelden vind. In sjoel hoor ik melodieën die ik al honderden keren heb gehoord. De opbouw van de dienst en de teksten die ik automatisch mee kan murmelen zijn al sinds mijn jeugd vertrouwd. Ondertussen kunnen mijn gedachten afdwalen en denk ik aan een gesprek van afgelopen week, fantaseer ik over de toekomst of bestudeer de leuke schoenen van die hippe vrouw die voor mij zit. Tijdens de dienst hoef ik geen to-do lijst af te werken, niet op de tijd te letten, en niet sociaal over te komen. Het enige wat ik moet doen is op het juiste moment gaan staan en zitten, samen met de rest.
Minstens zo belangrijk als de dienst zelf is de kiddoesj. Onder genot van (te veel) plakjes cake, thee en koffie klets je met de aanwezigen. Deze gesprekken gaan bijvoorbeeld over hoe het gaat met die en die zieke, over een televisieserie of politiek. Om een of andere reden voelt het goed om dan even voornamelijk met andere Joden te zijn. Daarbij hoeft het gesprek totaal niet over Joodse onderwerpen te gaan. Juist dat je dát even niet hoeft uit te leggen is misschien wel de crux. Bijzonder daarbij is dat je vaak na jaren elkaar in sjoel te spreken, nog geen idee hebt wie ondernemer, wie psycholoog en wie conciërge is (of was). De vertrouwde hokjes in de samenleving doen er even minder toe. Dat is ontspannend.
Wat brengt naar sjoel gaan mij dan? Voor mij is het als rooibosthee drinken, wat mijn moeder altijd in huis had en daarom de geur van ‘thuis’ definieert. En zo is sjoel, met zijn vertrouwde rituelen en melodieën iets wat nu eenmaal bij mij hoort. Ik denk dat voor veel anderen het ook zo werkt. Men gaat naar sjoel voor de nostalgische melodieën, de gezelligheid en het welbekende warme bad van onuitgesproken ergens bij horen (met alle problemen rondom in- en uitsluiting van dien). Het is best simpel, misschien zelfs primitief, maar het vervult tegelijkertijd een grote behoefte in deze individualistische samenleving denk ik. Vanuit dat perspectief is het onderdeel zijn van een gemeenschap misschien zelfs gezond.
Naar sjoel gaan is voor mij als rooibosthee drinken
De vertrouwdheid die ik hierboven beschrijf gun ik iedereen, maar is helaas voor velen niet vanzelfsprekend. Zelf heb ik de mazzel gehad om als kind vaak naar sjoel te gaan, maar voor velen, en misschien zelfs een meerderheid van de Joden in Nederland, is dit niet het geval. Hierdoor kan het best een drempel kan zijn om naar een dienst te gaan, ook als je zoekende bent om meer vorm te geven aan je Joodse identiteit. Tegelijkertijd hebben veel sjoels de wens om laagdrempelig toegankelijk te zijn, ook voor de vele niet-religieuze Joden, maar weten ze eigenlijk niet waar concreet te beginnen. Juist de mensen die zoekende zijn en zich (nog) niet thuis voelen in sjoel, hebben daarmee belangrijke feedback voor bestuurders van sjoels, en daarmee de toekomst van Joods Nederland, in handen. Hopelijk leren we de komende jaren veel van elkaar en wordt de drempel steeds iets minder hoog…